Sporten en studeren in Amerika. Neem contact met ons op voor meer informatie: info@globalsportandstudy.nl
Tien vragen aan … Ron Zwerver

Tien vragen aan … Ron Zwerver

Tien vragen aan … is een rubriek van Global Sport and Study, waarin we een sporter, student of coach naar zijn of haar mening vragen over uiteenlopende onderwerpen. Natuurlijk hoofdzakelijk sport en studie gerelateerd. In deze eerste editie is het de beurt aan Ron Zwerver.

Ron Zwerver, ex-international met 463 interlands achter zijn naam en winnaar van een Olympische gouden medaille in Atlanta, 1996, is afgelopen zomer als trainer in Amerika begonnen bij Oregon State University.

“We zijn allemaal heel nieuwsgierig naar jouw ervaring op een Amerikaanse universiteit, kan je ons daarover wat vertellen?”

1. “Ron, jij hebt deze zomer de overstap gemaakt van het trainen van Nederlandse jongens en meisjes en de Nationale teams, naar het trainen van Amerikaanse meiden. Wat is het grootste verschil?”
“Qua trainen is er weinig verschil. Het verschil zit hem in de periodes, zoals, pre-seizoen, wedstrijd-seizoen, school-seizoen, recruitment-seizoen en natuurlijk het reizen. Wat de bus in Nederland was, is hier het vliegtuig geworden!”

2. “Woon je “on campus” en hoe groot is die dan?”
“Er zitten hier 25.000 studenten en ik woon in een appartement 5 minuten buiten de campus. Ik heb 2 slaapkamers en uiteraard een woonkamer en keuken. Hier in de buurt zijn alle faciliteiten en alles is vrij nieuw. Zelfs een auto van de universiteit, dus ik heb niets te klagen.”

3. “Hoe is het eten op de campus en kook je zelf vaak thuis?”
“Je hebt hier verschillende locaties waar je kunt eten. Ik geloof acht of negen. Uiteraard de hamburgerketens, maar ook de Aziatische en Italiaanse keuken is aanwezig. Wil je echt kwaliteit, dan moet je even zoeken maar het is er wel! Vooral in downtown Corvallis. Af en toe kook ik inderdaad zelf.”

4. “Hoeveel uur per dag traint jouw team en hoeveel wedstrijden spelen ze per week?”
“We zitten nu in het wedstrijdseizoen. Er zijn hier veel meer regels, o.a. omtrent het aantal trainingsuren. We mogen niet meer dan 20 uur effectief met de meiden trainen. Dat is inclusief wedstrijd, video, fysieke- en krachttraining. Er wordt officieel 3 uur gerekend voor een wedstrijd en we spelen 2 wedstrijden per week. Bovendien zijn we verplicht om 1 rustdag per week te geven. Dus het is af en toe puzzelen.”

5. “Met welk niveau kan je het spelen in jouw conference vergelijken met de Nederlandse competitie?”
“We zitten in de beste competitie van de VS. Dat heet hier de conference PAC 12. De beste teams van deze conference zijn beter dan de eredivisie. Dat zijn wij nog zeker niet! Dus daar ligt een uitdaging om een programma op te bouwen.”

6. “Zijn de sportfaciliteiten echt zo mooi op de universiteit zoals je wel eens op films ziet?”
“Je weet niet wat je ziet! Ben toch wel wat gewend maar de faciliteiten op de verschillende universiteiten zijn echt waanzinnig. Je moet het zien als een dorp waar de mooiste sportfaciliteiten en universiteitsgebouwen staan. Elke campus wil pronken met zijn faciliteiten.”

7. “Zitten er internationale studenten in jouw team en uit welk land komen ze?”
“We hebben twee internationale studenten. Eentje uit Turkije en de andere uit Costa Rica.”

8. “Zou je graag een Nederlandse speelster in je team willen hebben?”
“Nu wordt het interessant. In ieder geval een Europese speelster. We hebben 12  scholarships te verdelen over een team van gemiddeld 16/17 man. Een scholarship is een beurs te waarde van 50.000 dollar. Ik zal na het seizoen op zoek gaan naar speelsters die hun middelbare school hebben afgemaakt (HAVO/Atheneum/Gymnasium), goed Engels spreken en die interesse hebben om volleybal en een vervolgstudie te willen combineren op de State University of Oregon.”

9. “Wat kunnen wij Nederlanders leren van Amerikanen op sportgebied? En wat zouden zij van ons kunnen leren?”
“De sportbeleving is hier onderdeel van de maatschappij. Dat maakt sport groot hier! Bovendien geven ze hier de faciliteiten en het beroepsperspectief voor diegenen die in de sport werkzaam zijn. In Nederland zijn we veel verder in het perfectioneren van programma’s en het in de keuken kijken van elkaars sporten.”

10. “Mis je Nederland?”
“Uiteraard mis ik mijn familie en de bitterballen……………..”

Leave a Reply